Het begin
Wij bouwen een veilige wereld om ons heen, maar pas als wij de ogen van anderen loslaten kunnen we in de stilte en eenzaamheid van de ‘woestijn’ in God geboren worden. Zo krijgen we oog voor de Werkelijkheid voorbij de werkelijkheid. Wij ontvangen ons leven ieder ogenblik uit Gods hand. De ervaring van Zijn liefde is het beginpunt dat ons nooit loslaat. Verwond door deze liefde keren we steeds weer terug naar dit begin. Dat begin is geen verleden maar gebeurt nu. Deze ervaring raakt ons steeds dieper en blijft nieuw.
Open komen voor God
Woestijnvaders en -moeders
Rijk der Hemelen
Weg van ontbloting
Strijd met God
Voorbij de grens
Loutering
Zuiverheid van hart
Wij staan niet in het centrum van de kring. De monnik moet de stilte van de woestijn uithouden, om zo voor zichzelf tot zwijgen te komen. In dit zwijgen wordt hij opengebroken voor de erkenning van zijn eigen nietheid in God. Dit wordt ‘zuiverheid van hart’ genoemd. Het leven van de woestijnmonnik is erop gericht om zich te ontdoen van alle stemmen die hem aan zijn eigenmachtig bestaan binden. Hij wil zijn ogen en oren openen voor het besef dat heel zijn bestaan verborgen is in God. Met Paulus mag hij zeggen: “Ik leef, maar niet meer ík, maar Christus leeft in mij” (Gal. 2,20).
Actueel
Cisterciënzers
Om in eenvoud met God te leven hebben de cisterciënzer monniken zich in 2015 opnieuw gevestigd op Schiermonnikoog.
Monnik zijn is de concrete manier om een leven lang Christus te volgen. In Christus is er niets dat ons van God scheidt. In 1098 verliet een groep monniken de Abdij van Molesme om God te zoeken in eenzaamheid en armoede. Zij vestigden zich op een open plek in het bos van Citeaux. Om te voorkomen dat in de toekomst hun onderlinge vrede schipbreuk zou lijden, hebben zij in het Liefdescharter (Carta Caritatis) vastgelegd hoe de grote Liefde de monniken geestelijk op onverbrekelijke wijze aan elkaar zou smeden.
In Christus
Levensritme
Gebedsritme
Geest van Liefde
Karmelieten
In samenwerking met de cisterciënzer monniken hebben enkele karmelieten zich in 2016 aangesloten bij deze zoektocht naar religieus leven in de eenentwintigste eeuw.
De twee tradities passen naadloos bij elkaar als perspectiefwisselingen van het ene leven in Christus of God. Zij delen van oudsher de ene school van de Liefde als bron van inspiratie. Beide tradities herkennen in de woestijn de plaats van Gods aanwezigheid zonder enig houvast. In de Regel van de Karmel en haar traditie staat de contemplatieve levenshouding centraal. Op welke manier de Karmel ook gestalte krijgt, de vormgeving ervan staat steeds in dienst van de godsrelatie.
Aan de Bron
Gods woord indrinken
Observantie Ad Montem
Zwijgen voor God
Louterend vuur
School van Liefde
“De flitsen van de liefde zijn flitsen van vuur, een vlam van de Ene. Vele wateren kunnen de liefde niet blussen en rivieren spoelen haar niet weg.” (Hooglied 8: 6-7)
Liefde is hartstocht. In haar komt Gods wezen aan het licht. Daarom is zij heilig en dienen we in alles haar goddelijke roepstem te volgen. Bij het flitsende vuur van het begin is dat niet moeilijk, maar wanneer het rustig wordt en wij ons leven weer in eigen hand moeten nemen, raakt zij vaak bedolven onder vele andere stemmen die ook van zich laten horen. Toch zal het ons nooit lukken om haar het zwijgen op te leggen. Het hoeft alleen maar stil te worden in ons om weer contact met haar te krijgen. Dat maakt de stilte bij de liefde ook zo wezenlijk. Alleen wie werkelijk stil wordt voor zichzelf, kan open komen voor de Goddelijke stem van de liefde in zijn wezen. Zo is de liefde een leerschool. Door haar Stem tot het einde toe te volgen, leren wij haar van binnenuit kennen.
De weg van het verlangen
Ons verliezen in
Citeaux
Nieuw enthousiasme
De nieuwe affectieve belangstelling van hun tijd wordt gerelateerd aan de zeggingskracht en de amoureuze beeldentaal van het Hooglied. Oude, in het Latijn vertaalde commentaren van Origenes dienen als inspiratiebron. Zowel de Zesentachtig Preken over het Hooglied van Bernardus als het Commentaar op het Hooglied van Willem van Saint-Thierry worden toppers in de mystieke literatuur van het Westen. 1 Citaat van Guerric Aerden.
Cisterciënzer vrouwen
De Karmel
Honing vergaren
Bekleed worden met God
Huis van Liefde
Gesprekspartners
Hoe meer we onszelf leren kennen, hoe meer we inzien dat we voor onszelf een groot mysterie blijven. Wij kunnen onszelf niet doorgronden en blijven ons hele leven op zoek naar wie we ten diepste (in God) zijn. Daarom hebben wij gesprekspartners nodig, mensen die ons op deze weg zijn voorgegaan. De keuze hiervoor is uiterst persoonlijk en gebeurt vaak op intuïtieve gronden. Luisterend naar hen ontdekken we gaandeweg wat onze inspiratie kan voeden. Zij blijken ons verder op weg te helpen om het mysterie van ons leven te ontcijferen. Op deze ontdekkingsweg zijn auteurs uit de mystieke traditie voor ons steeds meer tot onontbeerlijke leermeesters geworden. Zij verlossen ons van de schroom om ons over te geven aan de diepte van de godsrelatie.
Ontmoetingen
Reisgenoten
Herkenning
Deze schrijvers roepen herkenning op en geven woorden aan onze eigen ervaringsweg. We hoeven ons niet met hen te identificeren, maar lezend brengen ze ons ongemerkt bij de diepere laag van ons wezen die altijd achter de horizon verborgen blijft. Voorbij de inhoud van de tekst en voorbij onze eigen gedachten openen ze ons voor onze ongrijpbare godsrelatie. Zonder angst kunnen we ons dan daaraan overgeven en ons toevertrouwen aan de blik van God die ons in Zijn waarheid tevoorschijn kijkt.