Binnengaan in de Stilte
Terug naar de essentie
Ad Montem wil vanuit de breedte van het contemplatieve leven vormgeven aan een door God bewogen leven van gebed in de eenentwintigste eeuw. Dit betekent een zoektocht naar het wezen van het religieuze leven als een leven vanuit God voorbij gevestigde instituten en tradities. Vanuit de persoonlijke roeping luisteren we in een open gesprek naar wat ieder beweegt. Zo zoeken we naar een flexibele vormgeving die meegroeit met de gemeenschap en de personen. We zijn een open gemeenschap die inter-congregationeel van karakter is.
Geraakt
We staan open voor mannen en vrouwen die vanuit hun geraaktheid door God, de stilte koesteren als de meest intieme ruimte van hun bestaan. Daar worden we door God aangesproken om ons te openen voor de Stem van de liefde die uit het diepst van ons wezen opborrelt. Deze Stem vraagt dat wij ons losmaken uit de knellende banden van ons eigenmachtig bestaan om te gaan leven in de oneindige ruimte van de liefde. Traditioneel wordt deze reis naar God als een bergtocht gezien.
Kluizenaars
In een wereld vol ego-lawaai zoeken wij in de stilte van het gebed naar God als de diepste grond van ons bestaan. We doen dit als kluizenaars in het besef dat ieder zijn of haar eigen weg in God heeft en dat deze zoektocht alleen maar persoonlijk afgelegd kan worden. Luisterend naar elkaar verzamelen we de honing in de raten van een gemeenschappelijk verhaal dat voortdurend in wording is.
In gemeenschap
Liefde kan alleen in de ogen van de ander geboren worden. God kijkt ons niet alleen van binnenuit aan, maar ook in iedere mens die op ons pad komt. De gemeenschap vormt de oefenschool van de liefde. In deze leerschool blijven wij beginnelingen. Omdat de ontbloting in de liefde grote weerstanden in ons oproept, heeft de gemeenschap bij deze strijd een belangrijke corrigerende functie. Zonder ons te verschansen in theorieën en gevestigde tradities blijven we op zoek naar de persoonlijke weg die God met ieder gaat.
De liefde als midden
Werkelijk leven uit de liefde of uit wie we ten diepste in God zijn, vraagt om inoefening, omdat ons ego-lawaai voortdurend op de loer ligt. Daarom moeten wij in ons leven telkens weer terugkeren naar Degene die ons van binnenuit met Zijn liefde verwondt. Met de liefde als midden moet de gemeenschap ons ervoor behoeden dat wij ons in onszelf opsluiten en zo de levende relatie met God loslaten.
God bouwt het huis
Open ruimte
De samenwerking van Cisterciënzers en Karmelieten is een open ruimte waarin andere tradities welkom zijn. Dit samengaan van verschillende spirituele tradities en leefvormen vereist een open ruimte waarin we samenkomen. In het lege midden van de godsontmoeting verzamelen we de schatten die ieder in de persoonlijke rugzak meedraagt. Zonder oordelen luisterend verkennen we zo het nieuwe gelaat van een gemeenschap zonder grenzen.
Eenvoudig leven
Tegenover de manifestatiedrang die in onze samenleving zo gewoon is, wil Ad Montem niet zichzelf maar God present stellen. Hij vormt de kern van deze gemeenschap en uiteindelijk ook van de hele mensengemeenschap op aarde. De eenvoud van ons leven herinnert ons steeds aan deze kern. Tevens vraagt deze verbondenheid met God ons met respect om te gaan met zijn schepping. Dit komt ook tot uitdrukking in de eenvoud van wonen en eten (vegetarisch).
Ingebed in gebed
Liefde is van God. Zij staat niet zomaar tot onze beschikking. Het gebed is de ruimte die ons telkens weer terugbrengt bij de Bron van deze liefde. Door ons aan te sluiten bij het monastieke getijdengebed, worden we voortdurend eraan herinnerd dat ons leven niet van ons is. Telkens wanneer wij dreigen te verstikken in ons eigen ik-lawaai, worden wij uitgenodigd af te dalen in de goddelijke ruimte van onze ziel, waar God ons vanuit de diepte van onze eigen oorsprong in stilte aankijkt en in liefde aanspreekt. Daar dienen wij net zo lang te wachten totdat onze eigen daden gebed worden, ofwel uitdrukking worden van de werking van Gods liefde in ons bestaan.